Zestig van Texel

In het gezegende jaar 1993 kwam ik voor het eerst in contact met het begrip 'ultralopen'. In de weekendbijlage van de krant De Standaard stond toen een interview met een gebrilde en bebaarde Nederlandse atleet die een bijzonder verhaal te vertellen had. Ik was 17 jaar oud en was een jaar eerder beginnen trainen met de bedoeling om later de marathon te lopen. Jan Knippenberg -want zo heette de geïnterviewde- zei dat de marathon niet het einde maar het begin van het echte langeafstandslopen betekent. Niet lang na het lezen van dat krantenartikel ontdekte ik in de gemeentebibliotheek van De Haan Knippenbergs boek 'De Mens als Duurloper', waarin de geschiedenis van het menselijke lopen wordt geschetst. Ik was in die tijd nogal rusteloos en escapistisch, en Knippenbergs boek bevestigde wat ik zelf ook al had ervaren tijdens mijn looptochten langs het Noordzeestrand, namelijk dat je om te reizen niet altijd naar verre landen moet trekken, maar dat het ook eenvoudiger en goedkoper kan, gewoon door de loopschoenen aan te doen en de innerlijke nomade los te laten. Om onduidelijke redenen had onze bibliotheek niet één maar twee kopieën van Knippenbergs boek liggen. Toen ze begin deze eeuw naar een nieuw gebouw verhuisde en een deel van de collectie van de hand werd gedaan vroeg ik dan ook beleefd of ik er eentje mocht houden. Wat mocht (bedankt Herman!) en waardoor ik dus in het bezit ben van een eerste druk van 'De Mens als Duurloper': een collector's item!

Het stond dus in de sterren geschreven dat ik ooit naar Texel moest komen om de tweejaarlijkse 'Zestig van Texel' te lopen, een wedstrijd die in 1991 werd opgericht door Martien Baars en Knip zelve. De vorige edities moest ik steeds aan me voorbij laten gaan wegens de marathon van Londen, die doorgaans tijdens dezelfde week wordt gehouden. Maar omdat Pasen dit jaar uitzonderlijk vroeg valt kon ik beide wedstrijden ditmaal gelukkig wel combineren. Op vrijdagmorgen vertrok ik per fiets naar de luchthaven van Luton, parkeerde mijn rijwiel aan de terminal en stapte op het vliegtuig naar Schiphol, waar ik werd opgewacht door mijn ouders, want mijn vader had zich ook ingeschreven voor het 'Rondje Texel'. Op zaterdag kwamen mijn zus en haar gezin ons ook vervoegen in ons vakantiehuisje in De Koog. Gesellug! Fast forward dan maar naar de wedstrijd, die op maandag om 10h35 op gang werd geschoten aan de veerhaven. De 120km lopers waren toen al zes uur op weg voor hun 'dubbele rondje Texel'. Blijkbaar was ik niet de enige die dat een slechte aprilgrap vond, want er waren slechts 35 ingeschrevenen voor de 120km, tegenover 450 voor de 60km. Maar toch respect voor die gasten, en dan vooral voor de winnaar Jan-Albert Lantink die als uitgesproken favoriet van start tot finish aan de leiding liep en dan ook won in een uitstekende 9h30'. Chapeau! Over uitgesproken favorieten gesproken: dat was ik blijkbaar ook, althans in de voorbeschouwingen. Ik zal er nooit aan wennen.

Pang! En we zijn vertrokken. Pascal van Norden (tweede van 2011) gaat er als een pijl vandoor. Mijn gevoelige Achillespees indachtig doe ik het wat rustiger aan en blijf in een groepje met Pieter Mans (derde van 2011), Luc Krotwaar (winnaar 2011), en diens pupil Bram van Rijswijk. Wanneer we het strand op lopen besluit ik om het gat met van Norden te dichten. Noblesse oblige -ik ben per slot van rekening toch favoriet!- en tegen de wind in is het ook beter om samen te werken. Enkel Pieter Mans kan volgen. Die laatste is trouwens de enige die in short en t-shirt de ijzige noordoostenwind trotseert. Sterk! Even later zijn we met zijn drieën en de samenwerking verloopt prima. Utralopers zijn geen wieltjeszuigers. Na 10km verlaten we het strand en duiken het bos in over prachtige geasfalteerde fietspaden. Ik word er opgewacht door mijn fietsbegeleidster Furu, een collega van Martien aan het NIOZ. De volgende kilometers keuvelen we wat over geologie, koudwaterkoralen en Gent, en intussen neem ik ongemerkt afstand van mijn twee metgezellen. Na 15km volgt een nieuw stuk strand, waarop ik nu helemaal alleen tegen de wind mag vechten. Eigen schuld dikke bult! Ik haal de ene na de andere 120km loper in. Geert Stynen, Pat Leysen, Marc Papanikitas, ze hebben het allemaal lastiger dan ik, dus niet klagen nu. Na 20km en de hartverwarmende aanmoedigingen van Sander, Dries en de twee Eva's zit het strand er alweer op. Best wel jammer want als kind van de kust loop ik graag op het zand, zelfs bij hoogwater. 't Is in elk geval gemakkelijker begaanbaar dan de Engelse modder!

Het moment is aangebroken om mijn sokken en tights uit te trekken, wat Pascal en Pieter de kans geeft om tot op 50m te naderen. Zou ik toch niet beter op hen wachten? Nah, als ik een kans wil maken om Gerrit van Rotterdams parcoursrecord te verbeteren zou ik toch beter wat gas bijgeven. Dan maar alleen tegen die verdomde noordooster in, die maar blijft aanwakkeren. Tien kilometer lang nog tot de vuurtoren van De Cocksdorp, waar Jan Knippenberg woonde en vanwaar je Vlieland kunt zien. Na 30km in 2h05' (hopeloos traag!) mag ik eindelijk naar het zuiden afdraaien. Met de wind in de rug en op biljartvlak asfalt gaat het tempo flink de hoogte in en loopt mijn voorsprong snel op tot Pieter en Pascal niet meer in de achtergrond te bespeuren zijn. "Hoe snel denk je dat je nu loopt?" vraagt Furu me. "16km/h?" schat ik, en dat blijkt correct. Jammer, want het zou eigenlijk 17km/h moeten zijn om terug op schema te komen. Blijkbaar staat mijn snelheid toch nog niet helemaal op punt. Dat belooft niet veel goeds voor de marathon. Bovendien voel ik dat mijn energiereserves beginnen op te raken en heb ik maar twee gelletjes meegebracht. Dat komt ervan wanneer je enkel met handbagage reist in deze tijden van absolute terrorismepsychose. Enfin, dankzij het zonnetje en de rugwind kan ik toch nog genieten van de tocht. Want wat een mooi eiland is Texel toch! In Oosterend halen een paar scherpe bochten me uit mijn ritme en verlies ik de hoop om onder de 4 uren te finishen. Met de overwinning zo goed als op zak en geen snelle eindtijd in het vooruitzicht laat ik het tempo wat zakken, want Furu waarschuwt me dat er nog een berg op het parcours ligt, de zogenaamde Hoge Berg (18m!). En ze heeft nog gelijk ook verdorie. De laatste 3km krijg ik de wind weer pal in het gezicht over een lang stuk vals plat. Wat een geluk dat ik hier niet om de overwinning moet spurten. Na 4h03'12" lopen staat er een dikke witte streep op het wegdek geschilderd die aangeeft dat ik ermee mag stoppen. Zes minuten later komt Pieter Mans aan en nog een minuutje later Pascal van Norden. Na 5h47'25" finisht ook mijn vader, zowat een halfuur eerder dan verwacht. Een fantastische prestatie, vooral als je weet dat hij de ganse maand februari niet kon trainen wegens kuitklachten. Hij heeft naar eigen zeggen enorm genoten van het prachtige landschap, waarschijnlijk nog meer dan ikzelf, want het toeristische aspect van het lopen durft er wel eens onder lijden wanneer je gehaast bent.

Net zoals de 'Barry 40' heeft ook de 'Zestig van Texel' een wisselbeker. In Texel betreft het een oude schoen van Jan Knippenberg. Die heb ik dus voor twee jaar in mijn bezit. Wie de wedstrijd driemaal wint mag de schoen voor altijd houden. Een mooi excuus dus om in 2015 weer naar de Waddeneilanden af te zakken voor een nieuw 'Rondje Texel'.


De schoen van Knip.