Sparta, Qatar & Schluss

In het begin van mijn ultraloop-carriere kwam ik altijd met de nodige schrik aan de start van een 100km wedstrijd. Ik was bang van de afstand en bang van de te verwachten vermoeidheid en pijn. Met de loop der jaren is die schrik helemaal verdwenen. Maar toen ik op 26 september aan voet van de Akropolis klaarstond om de Spartathlon te lopen was hij weer terug. Ik was bang van wat komen zou, want ik ben al het hele jaar op zoek naar de goede vorm.

Om 7 uur gingen we van start in een lichte motregen. De eerste 80 km liepen we langs drukke autosnelwegen door de buitenwijken van Athene naar Corinthe. Al snel belandde ik in de buurt van de Duitser Florian Reus en de Italiaan Ivan Cudin, gedeeld tweede vorig jaar en beiden bekend om hun uitstekende wedstrijdindeling. Dat zou later ook blijken want Cudin won de wedstrijd en Reus werd opnieuw tweede, allebei in uitstekende tijden.

Hoewel Reus en Cudin beiden trage starters zijn en we slechts 11 km/h liepen kon ik het tempo al na een paar tiental kilometers niet meer volgen. Iets later werd ik gepasseerd door de eerste vrouw, Szilvia Lubics. Hoewel ook zij niet de eerste de beste is (drievoudig winnares en parcoursrecordhoudster) was het toch een teken aan de wand dat ik al zo vroeg in de wedstrijd moeite had om boven de 10 km/h te blijven.

Na 70 km voelde ik me al helemaal leeg, ondanks het feit dat mijn benen geen enkel teken van vermoeidheid toonden (geen wonder gezien het trage tempo) en ook mijn maag zich gedeisd hield. Inmiddels was de bewolking opgeklaard en werd het behoorlijk warm, maar zeker niet ondraaglijk. Na 100 km begon de temperatuur te zakken en na een paar glazen cola voelde ik me iets sterker worden. De hoop om heelhuids in Sparta te raken laaide weer op.

Na 100km
Zonder te versnellen begon ik stelselmatig op te schuiven in het klassement tot ik na 130 km op een 27ste plaats liep. Mijn benen voelden alsof ik net 5 km had gejogd, maar ik nog steeds was ik zo zwak als een schotelvod. Bovendien kreeg ik steeds meer moeite om te eten en te drinken. Rond acht uur viel de nacht en begon de klimtocht naar de legendarische Sangas-pas. Na 145 km moest ik wandelen en werd ik ingehaald door een sterke Steven Sleuyter. Na 150 km moest ik overgeven en kon vervolgens weer een tijdje lopen, maar toen ging het licht langzaam maar zeker helemaal uit. Tussen Check Point 46 en 47 begon ik ei zo na te zwalpen en toen besloot ik om er de brui aan te geven.

Na het Spartathlon-fiasco was ik aanvankelijk van plan om forfait te geven voor het WK 100km in Qatar, maar uiteindelijk kon men me toch overhalen om mee te reizen, in de hoop mijn Belgische ploeggenoten bij te staan tijdens de eerste helft van de wedstrijd. Tijdens de periode tussen Sparta en Qatar verminderde ik mijn trainingslast van 180 km tot 80 km per week en dat was ... zalig! Maar sterker worden deed ik niet, en dus had ik niet veel hoop dat het in Qatar iets zou worden. En dat bleek inderdaad al vanaf de start van de wedstrijd. De eerste twee uur had ik al moeite om een tempo van 4'30"/km aan te houden. Na 40km voelde ik weer een doffe pijn in mijn borstkas opkomen, en na 50km werd ik links en rechts ingehaald door vrouwen en veteranen. Ik deed er alles aan om de wedstrijd uit te lopen maar na 70km kon ik nog nauwelijks wandelen en werd ik verplicht op te geven.

In mijn ganse carrière als ultraloper gaf ik slechts driemaal op, waarvan tweemaal tijdens mijn laatste twee wedstrijden. Op deze manier heeft het geen zin meer om verder te doen. Misschien is het beter dat ik even stop met ultralopen:
  1. Het gebrek aan fitheid dit jaar baart me zorgen. Wellicht is het een teken van mijn lichaam om het rustiger aan te doen.
  2. Het valt me steeds moeilijker om de zware trainingsarbeid te combineren met een voltijdse baan en een gezin. Mijn vrouw is al langer vragende partij om na 15 jaar steeds intensiever ultralopen wat minder egoistisch met mijn tijd om te gaan.
  3. Het is onwaarschijnlijk dat ik mijn prestaties van het verleden nog zal verbeteren. Zes keer Belgisch kampioen, een Europese zilveren medaille, overwinningen in Texel, Torhout, Stein en andere mooie wedstrijden, een Belgisch record en persoonlijke records die ik in het begin van mijn carrière nooit had durven voorspellen. Het is mooi geweest en het is genoeg geweest.
In de nabije toekomst is het mijn topprioriteit om erachter te komen wat er scheelt met mijn gezondheid. Dat zal me waarschijnlijk een flinke duit kosten, want in Engeland heeft men weinig sympathie voor 'self inflicted injuries'. Maar zelfs in het geval dat ik weer helemaal gezond zou worden ben ik niet van plan om weer even fanatiek aan wedstrijdsport te doen. Ik zou wel ooit graag teruggaan naar Griekenland en de Spartathlon uitlopen. Maar dan doe ik het 'op zijn Luc De Jaegers': relatief weinig trainen, fris aan de start komen, supertraag starten, onderweg 'lijken oprapen' en mooi toekomen in Sparta.

Hoewel ik de afgelopen twee maanden aanmerkelijk minder liep dan in voorbije jaren heb ik er toch meer van genoten. Meer plezier met minder meters. De prestatiedwang en de terreur van de klok laat ik voortaan achterwege. Als dat betekent dat Qatar mijn laatste WK was, dan zij het zo. Op mijn 38ste is eindelijk de te tijd gekomen om te lopen voor mijn plezier en echt te genieten van het lopen. Want dat is en blijft de mooiste sport die er bestaat!
Laatste WK?