WK/EK 100km 2012

Het is zondagmorgen 22 april 2012. In Greenwich maken duizenden lopers zich klaar voor de London Marathon. In Seregno lopen atleten uit 32 landen zich warm voor het WK/EK 100km. En ondertussen zit ik thuis, herstellend van een blessure. Wat is dat FRUSTREREND!

Onmiddellijk na mijn zilveren EK medaille in Winschoten moest ik voor drie weken op veldwerk. Maar vanaf oktober hervatte ik de trainingen weer, en in november voelde ik me sterker dan ooit tevoren. Ik had er alle vertrouwen in dat er nog een flinke hap van mijn marathon PR af kon. Heimelijk hoopte ik om dicht bij Olympische kwalificatie-limiet te eindigen(*). Het was de bedoeling dat dit op 4 december tijdens de marathon van Sacramento zou gebeuren. Maar toen, totaal onverwacht, tien dagen voor de wedstrijd, tijdens een hersteltraining van ocharme 14km, voelde ik plots een pijntje in mijn heup. Honderd meter verder werd de pijn erger en nog vierhonderd meter verder moest ik het lopen staken. Al hinkend strompelde ik naar huis. Na vier weken rust kon ik het stilzitten niet langer verdragen en begon ik weer te lopen. De eerste twee weken ging dat redelijk goed, maar toen begonnen mijn heup en dij weer pijn te doen. Ik negeerde de pijn wekenlang en liep op 19 februari de marathon van Sevilla. Dat werd een regelrechte ramp en de volgende twee weken kon ik nauwelijks stappen. En zo moest ik verstek geven voor de 6 uren van Stein, en dus ook het WK 100km in Seregno.

Sinds twee weken loop ik weer. Om niet dezelfde fout te maken als in januari doe ik het erg rustig aan: elke twee dagen een uurtje. Mijn marathonambities zet ik even in de koelkast, want ik ben ervan overtuigd dat de blessure geen gevolg is van te veel, maar wel van te snel te trainen. De komende weken zal ik dus vooral trage duurlopen doen. Er resten me nog twee maanden tot de Nacht van Vlaanderen. Er is geen garantie dat ik daar ook effectief aan de start zal staan, maar hoop doet leven. I will be back.

Telefacts reportage over ultralopen.
(*) De IAAF limiet natuurlijk, want de Belgische limiet (2h09'45") is te belachelijk voor woorden.