BK 100km Maasmechelen

Na 34 jaar prachtige edities stierf de legendarische 100km ultraloop van Torhouts Nacht van Vlaanderen een tragische dood. Daarvoor moesten er immers 's nachts een paar straten worden afgesloten en kennelijk vonden enkele buurtbewoners dat een onverdraaglijke overlast. Vreemd genoeg is de lawaaierige Rally van Ieper die een steenworp verder wordt georganiseerd blijkbaar geen problem. De Rally van Ieper kampt ook niet met de financiële problemen waar de Nacht al jaren onder gebukt gaat. Auto's vs lopers: 't is duidelijk waar de prioriteiten van onze maatschappij liggen.

Genoeg geklaagd. Weg met Torhout, lang leve Maasmechelen, want daar had de onvermoeibare André Mingneau een mooi parcours en een bereidwillig gemeentebestuur gevonden om een Belgische kampioenschap 100km te organiseren. Ik kwam met de nodige twijfels aan de start, en wel om de volgende redenen:
  1. In mei deed ik mee aan het Engels kampioenschap in Gravesend. Het eerste uur liep ik samen met mijn vriend Steve Way, maar al snel voelde ik dat het wat te snel ging. Geen wonder, want Steve liep uiteindelijk een fabelachtige tijd van 6h19'. Ondertussen ging met mij van kwaad naar erger en na 99,999km stapte ik uit de wedstrijd. Over misplaatste trots gesproken!
  2. Geinspireerd door Steve en met het oog op de Spartathlon besloot ik om het trainingsregime te verzwaren tot 200-230km per week. Maar toch bleef ik aanmodderen en al mijn trainingstijden bleven 10-20% trager dan vorig jaar.
  3. There's a new kid in town. Wouter Decock won eerder dit jaar de 6 Uren van Stein in een uitstekende 85km en leek klaar om de 7h-muur te slopen. Slecht nieuws voor mijn kampioenschapskansen. Goed nieuws voor het Belgische ultralopen.
Desalniettemin begon ik vol goede moed aan de 8 rondjes langs de Maas. Het was windstil, een 18-tal graden warm en het miezerde lichtjes. Kortom: ideale omstandigheden voor een ultraloop. Onmiddellijk vormde er zich een groepje van drie: Wouter, ikzelf en Frankie Leus, die de 50km liep. Tot het marathonpunt liepen we broederlijk samen aan een vlak tempo van 4 minuten per kilometer. Toen moest Frankie ons laten gaan en kon de tweestrijd beginnen. Ik voelde me beter dan gevreesd en tot halfweg liepen Wouter en ik meestal naast elkaar en babbelden we over koetjes en kalfjes. Daarna begon de vermoeidheid langzaam op te komen en liet ik Wouter het tempo bepalen. Het was nu een kwestie van afwachten of hij het hoge tempo tot aan de finish kon aanhouden. Indien het antwoord op die vraag "ja" was, dan kon ik de overwinning wel op mijn buik schrijven. En dat was inderdaad het geval. Na 70km brak de elastiek en was Wouter bevrijd van het blok aan zijn been. Hij stoomde onverstoorbaar door naar zijn eerste Belgische titel in een prachtige tijd van 6h54'. Ikzelf was een uur lang de uitputting nabij, verloor 25 minuten op de leider en werd ingehaald door de Hongaar Csaba Polyak. Tijdens de laatste 15km herstelde ik me enigzins en zo kon ik de schade toch nog beperken en finishte als tweede Belg in 7h20'.

Slechter dan gehoopt, beter dan gevreesd. Bovendien heeft België opeens drie lopers met een A-statuut, want naast Wouter en mezelf (2x vorig jaar) liep ook Mieke Dupont met haar 8h22' de hiervoor vereiste tijd, en dat tijdens haar 100km debuut! Dat belooft dus voor het WK in Doha in december. Hopelijk vind ik tegen dan mijn goede conditie terug, en liefst nog een beetje vroeger, want eind september moet er 2,46 keer zo ver gelopen worden.