Nacht van Vlaanderen 2011

Toen ik tijdens De Nacht van 2008 voor het eerst onder de 7 uren dook op de 100km was ik ervan overtuigd dat ik vertrokken was voor een reeks. Het draaide even anders uit. In 2009 was ik ziek, in 2010 was ik geblesseerd. Ook het WK van Gibraltar draaide op een ontgoocheling uit: maagproblemen. Excuses, excuses, excuses. Hoe geldig die ook mogen zijn, op een bepaald moment nemen de mensen je niet meer serieus. En wie geeft ze ongelijk?

Niettemin waren de verwachtingen na mijn 2h19' in Londen weer hooggespannen, ook bij mezelf. Er zijn immers niet veel ultralopers die een snellere marathontijd kunnen voorleggen. De conditie bleef opperbest, ik genoot van de trainingen in het warme lenteweer en -het belangrijkste van allemaal- ik bleef gespaard van ziekte en blessures. Ditmaal kon en mocht het niet mislopen. Ik moest en zou nog eens onder de 7 uren lopen, liefst met een nieuw persoonlijk record, en bij voorkeur een flink stuk onder mijn vorige. Heimelijk hoopte ik op een tijd van rond de 6h40'. Jammer genoeg besliste mijn maag er (alweer) anders over.

De Nacht van (West) Vlaanderen is een roemruchte wedstrijd, met een indrukwekkende erelijst. Vroeger vochten de Belgische toppers er heroische strijden tegen buitenlandse -vooral Oost Europese- lopers. In de jaren '80 en '90 liep men in Torhout courant tijden van tussen de 6h20' en 6h40'. Tijden waarmee men vandaag bijna altijd wereldkampioen wordt. Maar zelfs De Nacht blijft niet gespaard van de algemene malaise die het internationale marathon- en ultralopen al jarenlang treft. De afgelopen edities gingen de prestaties er stelselmatig op achteruit, en raakte de winnaar nog maar sporadisch onder de 7 uren. De sponsors begonnen te morren en daarom werd er dit jaar een inspanning gedaan om voor wat stevigere concurrentie te zorgen. Twee sterke Oekrainers (Oleksandr Holovnitsky en Evgeni Glyva) en de Tsjechische kampioen Daniel Oralek moesten mij het vuur aan de schenen leggen. En dat hebben ze ook gedaan.

Holovnitsky -die ik nog kende van Gibraltar, waar hij zilver behaalde op het EK- legde er vanaf de start de pees op. De eerste 10km liepen we in minder dan 38'. Goed voor een potentiele eindtijd van 6h20'! Het tempo was erg onregelmatig. De twee Oekrainers speelden jojo met Oralek en mezelf. Na 30km plaatste Glyva opeens een demarrage zoals je doorgaans in wielerwedstrijden ziet. Omdat er een stevige wind stond en ik mijn opties op de overwinning wou open houden, besloot ik om mee te gaan. Onmiddellijk sloegen we een groot gat met Oralek en Holovnitsky. Na elk bevoorradingspunt moest ik een sprintje trekken om Glyva bij te benen, en na 40km besloot ik dat het welletjes was geweest. Ik koos mijn eigen tempo en liet mijn concurrent langzaam van me weglopen. Het marathonpunt passeerde ik in 2h45', het 50km punt in 3h17'.

Hoewel mijn benen nog opperbest voelden had ik al vanaf de start te kampen met zure oprispingen. Blijkbaar iets teveel saus op mijn spaghetti gedaan. Niettemin deed ik in de tweede helft van de wedstrijd toch hard mijn best om wat suikers in te nemen. Kotsen, drinken, kotsen, drinken, ... wat een miserie. Ondertussen liep Glyva steeds verder van mij weg, en na 80km had hij al 5 minuten voorsprong. Dankzij frequente updates van Rik Goethals en Kris Cauwels (bedankt jongens!) wist ik dat het gat achter mij nog veel groter was. En toen begon mijn achterstand plots snel terug te lopen. 4 minuten 30, 4 minuten, 3 minuten 30, 3 minuten, ... na 95km had ik nog amper 2 minuten 30 achterstand. Toeschouwers schreeuwden mij toe dat ik veel sneller aan het lopen was dan Glyva, en dat ondanks mijn aanhoudende maagproblemen. Zou het dan toch nog kunnen?

Het heeft niet mogen zijn. Evgeni Glyva legde de laatste 5km af in 19 minuten. Blijkbaar had hij toch nog wat reserves over in de tank. Hij won de 32ste Nacht in 6h52'58". Ik zelf kwam enkele minuten later toe in 6h57'35", met een uitgeputte maag en benen die nog wel 100km verder konden lopen. Toch ben ik niet ontevreden over mijn wedstrijd. Ik liep eindelijk nog eens onder de 7 uren en hernieuw hiermee mijn 'A-statuut'. Ik behaalde mijn vierde opeenvolgende Belgische titel op de 100km. En ik ontdekte dat ik echt niet veel sportdrank nodig heb om een 100km te kunnen uitlopen zonder hongerklop. Alleen moet ik de volgende keer wat minder saus op mijn spaghetti doen!


Verslag van de Nacht van Vlaanderen 2011 (filmpje ~8Mb)