Centennial 100km Deventer

250 Rondjes op de atletiekbaan. Het lopen ontdaan van al zijn franjes. Geen mooie landschappen om de aandacht af te leiden. Geen tactische spelletjes voor een kampioenschapsmedaille. In plaats daarvan: verstand op nul, blik op oneindig en rennen maar. Een eerlijke strijd tussen mens en chronometer, daarvoor reisde ik afgelopen weekend af naar Deventer.

Het plan was om een aanval te doen op mijn persoonlijk record. Stiekem hoopte ik om zo dicht mogelijk bij en eventueel zelfs onder de 6h40' te finishen. Daarvoor mochten mijn rondetijden niet boven de 96 seconden gaan. Al na 20km voelde ik dat dit moeilijk zou worden. Waar ik in Belves en Barry met sprekend gemak onder de 4'/km wist te blijven, kostte dit me in Deventer aanzienlijk meer moeite. Ondanks de uitstekende weersomstandigheden lag de atletiekbaan er erg nat bij, en zonder sokken kreeg ik na 30km last van schaafwonden. Driemaal moest ik aan de kant om mijn voeten te laten behandelen door Pieter Mans, die helaas wegens een blessure zelf niet kon meelopen. Een drama voor hem maar ook jammer voor mij, want een extra tempomaker ware nuttig geweest. Nu stond ik er helemaal alleen voor.

Na 50km kwam ik door in 3h21'13". Een nieuw PR was moeilijk maar nog steeds mogelijk, want ik voelde me nog best wel goed. Tussen 60 en 80km begon de vermoeidheid echter toe te slaan en verslapte mijn concentratie. Waar ik in het begin van de wedstrijd nauwgezet mijn rondetijden bijhield keek ik nu nog slechts sporadisch naar de klok. Mijn hoofd leek wel gevuld met watten en ik slaagde er niet in om mijn rondetijden te berekenen. Bizar. Ik wist wel dat ik trager aan het lopen was, maar ik had niet door precies hóe traag. Omdat alle andere deelnemers eveneens aanzienlijk langzamer werden bleef ik ze nog even frequent inhalen. Daardoor besefte ik niet dat mijn rondetijden op een bepaald moment opliepen tot bijna 2 minuten. Pas na 80km werd ik weer wakker, mede dankzij de aanmoedigingen van Robert Boersma, die eerder de 50km had gewonnen.

Een frisse bui en een mooie regenboog om de wedstrijd af te sluiten
(foto Herman Huinink)
Ik passeerde het 85km punt in 5h57'. Nog maar 63 minuten restten me voor de laatste 15km. Verdomme, ik was toch niet helemaal uit Engeland naar Overijssel gereisd om 7h01' te lopen! De schrik sloeg me om het hart en een flinke dosis adrenaline dreef mijn tempo fors de hoogte in. Buigen of barsten. De volgende 5km haspelde ik af in 21 minuten. Nog 41'37" voor de laatste 10km! De schaarse maar enthousiaste toeschouwers en de fantastische Ed Van Beek begonnen er ook weer in te geloven en moedigden me steeds harder aan. Nog nooit voelde ik me zo sterk in de laatste fase van een 100km wedstrijd. Ronde per ronde kreeg ik meer zelfvertrouwen en met nog tien rondjes te gaan wist ik dat ik het zou halen. Uiteindelijk legde ik de laatste 10km af in 39'44" om te finishen in 6h58'07". Oef!

Wat hebben we geleerd uit deze wedstrijd? Eerst en vooral dat het niet evident is om helemaal alleen onder de 7h te lopen. Zonder het ijkpunt van andere snelle lopers is het moeilijk om lange tijd een hoog tempo aan te houden. Ten tweede ben ik erg blij dat er in geslaagd ben om niet minder dan acht gelletjes binnen te werken (en te houden!) zonder misselijk te worden. Zonder die energie was ik er nooit ingeslaagd om zo sterk te finishen. En daarmee lijkt mijn grote pijnpunt uit het verleden definitief van de baan. Wat dit jaar betreft mag ik tevreden zijn. Het was in elk geval beter dan het rampjaar 2012, toen ik wegens blessure geen enkele wedstrijd uitliep. Thans voel ik me helemaal gezond en heb geen enkele last meer van heupen, schenen of pezen. Driewerf hoera!

Rondetijden (klik voor een groter beeld)